Ontwikkeling
De Babinski is een voetreflex. Deze reflex wordt in de eerste maand van het leven actief tot een jaar of 2. De Babinski Reflex is erg belangrijk om te leren kruipen, staan en lopen. Hij heeft grote invloed op de stand en het functioneren van voeten, knieën, benen, heupen en wervelkolom. Ook de spieren in het onderste deel van het lichaam, met name aan de achterkant van de benen, worden beïnvloed. Zo heeft de Babinski directe invloed op de ontwikkeling van stabiliteit, balans en aarding. Hij kan worden geactiveerd door met de vinger langs de buitenkant van de voetzool te strijken. De grote teen zal dan naar boven buigen en de kleine tenen spreiden zich uit.
Het effect
Een niet geïntegreerde Babinski reflex zorgt vaak voor een verkeerde voetstand, of voor platvoeten. Kinderen met een nog actieve Babinski zijn vaak traag en houden niet van lopen of rennen. Als de Babinski actief blijft kun je dat vaak zien aan het slijtagepatroon van de schoenen. De zolen zijn niet gelijkmatig afgesleten. Vaak wordt op de binnenkant van de voeten gelopen, dus met X-benen. Iets minder vaak komt het omgekeerde voor, O-benen, waarbij op de buitenkant van de voet wordt gelopen. De heupen zijn vaak naar binnen of naar buiten gedraaid. De verkeerde voetstand kan leiden tot ongelijkmatige belasting, slijtage en artrose van knieën en heupen. Het effect is nog erger als het probleem met name aan één kant speelt. Hiernaast is inmiddels ook bekend dat deze reflex te maken heeft met spanning in de kaak, maar ook met spraak en articulatie.
Kenmerken van een nog actieve Babinski Reflex
- Lateraliteitsproblemen (rechts/links verwarring)
- Problemen met spraak- en taalontwikkeling
- Slechte articulatie
- Moeite met aarden
- Zwakke fijne motoriek / grove motoriek
- Moeite met kruipen, lopen, rennen en springen
- Losse enkels, makkelijk verstuiken
- Afwijkende voetstand
- Platvoeten
- O-benen of X-benen
- Flexibiliteit in de heupen
- Op tenen lopen
- Spanning in kaak
- Last van angsten
- Moeite met keuzes maken
- Slordig eten
- Op latere leeftijd: slijtage aan voeten, knieën en heupen
- In combinatie met een actieve ATNR: artrose van de heup
- Evenwichtsproblemen / slechte balans
- Rugpijn
- Verlegenheid
- Zwak in taal-, lezen en spelling (dyslexie)
- Tandenknarsen