Woestduinlaan 56, 3941 XE, Doorn
06 209 57 664
info@360gradenhb.nl

Bauer Crawling

Ontwikkeling
De Bauer Crawling reflex verschijnt met 12 weken in de baarmoeder en is meteen klaar om te functioneren. De reflex speelt een hele belangrijke rol in het geboorte proces. Rond de 4de maand integreert deze reflex en is de beweging verdwenen.
Pas na enkele maanden ontwikkelt het kruipen op handen en knieën zich.

Deze reflex is erg belangrijk bij de ontwikkeling van motorische coördinatie, lateralisatie (de samenwerking tussen beide hersenhelften) en samenwerking tussen (en bewustzijn van) het boven en onder lichaam. Hij is sterk verbonden met o.a. de Asymmetrische Tonische Nekreflex en de Symmetrische Tonische Nekreflex. Stoornis in de ontwikkeling van de Bauer Crawling Reflex heeft daarom in de meeste gevallen direct gevolgen op de ontwikkeling van de ATNR en STNR.

Het effect
De Bauer Crawling reflex zorgt ervoor dat beide hersenhelften in balans zijn. Als de Bauer Crawling reflex niet is geïntegreerd kan het kind teveel gebruik maken van maar één hersenhelft. Het kind leert dan niet optimaal.
Het zorgt tevens voor een vertraging van de kruip- en loopvaardigheden. Ook het leren omrollen van een baby van de buik naar de rug en vice versa levert moeilijkheden op. In schoolse vaardigheden zorgt het voor een algehele traagheid en kan het leiden tot een gebrek aan creatief denken.
Door het alsnog integreren van de Bauer Crawling Reflex kunnen kinderen steeds beter in balans raken, zowel lichamelijk als emotioneel. Ze krijgen oog voor hun omgeving en kunnen zich steeds beter concentreren op school. Het schoolwerk krijgen ze hierdoor makkelijker voor elkaar. 

Kenmerken van een nog actieve Bauer Crawling reflex:
• De vertraging kan leiden tot snelle frustratie, hyperactiviteit, overgevoeligheid en leerproblemen, wat mogelijk resulteert in ‘stempels’ als ADD, ADHD enz.
• Coördinatieproblemen
• Zwakke fijne en grove motoriek
• Moeite om over de lichaamsmiddellijn te bewegen
• Lage verwerkingssnelheid
• Moeite met begrijpend lezen
• dyslexie en dysgrafie
• Laag zelfbeeld
• Vertraagde ontwikkeling op het gebied van emotioneel en sociaal volwassen worden. Uitdagingen met impulscontrole en geweld
• De hersenhelften werken niet goed samen. Sterk gebruik van één hersenhelft. Bijvoorbeeld een performaal-verbaal kloof of verbaal-performaal kloof.
• Lage spierspanning
• Slechte houding
• Zwak bovenlichaam
• Hypersensitief voor aanraking, geluid, visuele stimuli
• Moeite met verwoorden van gedachten
• Moeite met creatief en abstract denken
• Gebrek aan motivatie
• Fobieën
• Spraak/taal achterstand
• Moeite met lang stilzitten
• Moeite met doelgerichtheid
• Problemen oogsamenwerking
• moeite met horen in omgevingslawaai en richting-horen
• onhandigheid
• moeite met multi tasken
• Moeite met oplossingsgericht denken
• Moeite met tijd en ruimte, ruimtelijk inzicht