Ontwikkeling
De Hands Pulling Reflex onstaat in de baarmoeder bij ongeveer 28 weken. Deze reflex is actief vanaf de geboorte en hoort tussen de 2 en 5 maanden na de bevalling geïntegreerd te worden.
De Hands Pulling reflex wordt geactiveerd door de armpjes van het kind onder de pols vast te houden en naar zittende positie te trekken. Het kindje reageert dan door de armen te buigen en op te staan. Heel belangrijk hierbij is dat het nekje van de baby sterk genoeg is.
Met 2 maanden wordt deze reflex samengevoegd met de Hands Grasp en gaan ze samen verder. Wanneer je je vingers in de handjes van de baby legt, grijpen ze je vingers vast. Ze zullen hun armen buigen en zich op laten trekken. Op deze manier leert het kindje iets te grijpen, naar zich toe te trekken en weg te gooien. Deze reflexen hebben ook invloed op de integratie van de Babkin reflex.
Het effect
De Hands Pulling reflex beïnvloedt de ontwikkeling van bewegingen die elkaar spiegelen, zoals handen klappen en omhoog springen. Deze reflex stimuleert ook de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek.
Iemand met een niet geïntegreerde Hands Pulling reflex kan blijven hangen in de “fight or flight”. Daarnaast kan de persoon te lage of te hoge spierspanning in de armen/handen en het bovenste deel van het lichaam laten zien, evenals een slechte grove motoriek.
Schrijven, tekenen en andere fijne, motorische taken kunnen hierdoor moeilijk zijn en worden liever vermeden. Men ziet ook vaak problemen met spelling en spraak.
De niet geïntegreerde Hands Pulling reflex kan ook een factor zijn in de ontwikkeling van ADD/ADHD en autisme. Repetitieve bewegingen, zoals zwaaien, wapperende handen, neuriën en schommelen, kunnen optreden wanneer deze reflex actief is.
Kenmerken van een nog actieve Hands Pulling Reflex:
• Spanning in de onderarmen
• Armen steeds gebogen willen houden
• Problemen met ellebogen (bijv. tenniselleboog)
• Handen in vuisten willen
• Hypo- of hypertonie ( te lage of te hoge spierspanning) in armen, handen en het bovenlichaam.
• Weerstand tegen schrijfactiviteiten / slecht handschrift
• Slechte grove, motorische vaardigheden (bal gooien).
• Slechte fijne motoriek zoals schrijven, tekenen en andere fijne, motorische vaardigheden
• Moeite met spelling
• Spraakproblemen
• Aanhoudend herhalingsgedrag (zwaaien, flapperende handen, neuriën, heen en weer wiebelen)
• Komt vaak voor bij kinderen met ADD, ADHD
• Komt vaak voor bij kinderen met
• Handen in vuisten willen houden